Schade dochter niet gedekt bij scooterverzekering op naam van ouder
Onlangs heeft het financiële klachteninstituut KiFiD een vordering afgewezen van een consument die een scooterverzekering had afgesloten op de naam van zijn vrouw maar waarbjj het uiteindelijk zijn dochter was die een ernstig ongeluk kreeg. Die hield daar blijvend letsel aan over die niet door de verzekeraar werd vergoed omdat er geen aanvullende opzittendenverzekering was afgesloten. Volgens de man had zijn tussenpersoon een fout gemaakt door hem niet op die opzittendenverzekering te wijzen. Volgens het KiFiD hoeft die tussenpersoon dat echter niet te doen als er geen signalen zijn dat er andere bestuurders zijn dan alleen de verzekerde.
Scooterverzekering duurder voor jongeren
Wanneer een jongere tot 25 jaar een scooterverzekering afsluit kan dit tot wel drie keer duurder zijn dan voor iemand van boven de 25. Dat komt doordat jongeren vaker schade rijden en dus een hoger risico betekenen voor de verzekeraar. Veel ouders kiezen er daarom nog altijd voor om de verzekering op hun eigen naam te zetten en niet op die van hun zoon of dochter. Wanneer die zelf een ongeluk krijgt is de schade echter maar heel beperkt en soms helemaal niet afgedekt, vooral wanneer het kind in de praktijk de voornaamste gebruiker blijkt te zijn van de scooter.
Wat is een opzittendenverzekering?
Wanneer een van beide ouders daadwerkelijk de scooter het vaakst gebruikt en het kind er slechts sporadisch van gebruik maakt is het geen probleem om de verzekering op naam van de ouders te zetten. Dan kun je echter de andere bestuurder(s) het beste ook verzekeren door een aanvullende opzittendenverzekering af te sluiten. Dan is namelijk niet alleen de schade aan anderen en eventueel de eigen scooter verzekerd, maar ook de persoonlijke schade van de persoon die op dat moment op de scooter rijdt.
Verkeerd geinformeerd of zelf schuld?
De consument die de klacht indiende gaf aan dat zijn tussenpersoon niet aan zijn zorgplicht had voldaan door hem niet op de opzittendendekking te wijzen. Die tussenpersoon gaf echter aan het KiFiD aan dat dit niet aan de orde was omdat de consument niet had gezegd dat zijn dochter ook regelmatig op de scooter zou rijden.
Bovendien bleek uit de handelingen van de consument dat die met name vanwege de lagere prijs had gekozen om de verzekering op naam van zijn vrouw te zetten. Hij had namelijk offertes opgevraagd voor zowel zijn vrouw als zijn dochter, waarbij de lagere premie uiteindelijk de doorslag gaf. Daarom wees het KiFiD de klacht af en hoeft de tussenpersoon geen schadevergoeding te betalen. Er was 10.000 euro van hem geëist door de consument.